Artrose Instituut Nederland

Aanleiding

Als sportarts ziet men veel post-traumatische (secundaire) knieartrose klachten. De laatste jaren worden er steeds meer oudere patiënten met primaire knieartrose klachten op verwijzing van de huisarts of orthopeed doorgestuurd naar de sportarts. Vanuit de orthopedie zijn er lange wachtlijsten die mede bestaan uit patiënten die niet geopereerd hoeven, kunnen of willen worden. Het Artrose Instituut is opgericht als behandeloptie voor deze patiënten.

Beschrijving initiatief

Het Artrose Instituut biedt multidisciplinaire, anderhalvelijnszorg in nauwe relatie met de orthopedie. Patiënten worden door de orthopeed (of huisarts) verwezen. Dit zijn relatief jonge patiënten (gemiddeld 62 jaar). Vanuit het Artrose Instituut wordt er een intake ingepland met de medisch specialist (sportarts of reumatoloog) en case manager (de fysiotherapeut) waarbij het totale functioneren van de patiënt in kaart wordt gebracht door middel van vragenlijsten en (fysieke) testen gedaan worden. Dit wordt vastgelegd in het elektronisch patiënten dossier (EPD). De medisch specialist, fysiotherapeut en patiënt beslissen samen welk behandelplan het beste bij de patiënt past en welke (para)medische disciplines (fysiotherapie, ergotherapie, diëtist, podoloog) worden ingezet. De patiënten volgen een trainingsprogramma onder leiding van de fysiotherapeut gedurende drie tot vier maanden, twee keer per week. Daarnaast volgt de patiënt, binnen deze drie tot vier maanden, behandelingen bij de overige paramedische disciplines die geïndiceerd zijn. Na twaalf tot zestien weken worden patiënten teruggezien en worden vragenlijsten en (fysieke) testen herhaald. 

Uitkomsten

Het Artrose Instituut verzamelt klinische uitkomsten op gebied van spierkracht, balans, (nachtelijke) pijn, loopsnelheid, functionele uitkomsten, angst en kwaliteit van leven. Deze uitkomsten worden bij de intake uitgevraagd en/of gemeten en opnieuw na twaalf tot zestien weken.

De uitkomsten fysiek functioneren, kwaliteit van leven en pijn komen overeen met de uitkomsten van de UZ-set knieartrose.

Borging

Waar in de kwaliteitscyclus staat dit initiatief?

Wanneer er wordt gekeken naar de kwaliteitscyclus dan past dit initiatief binnen de pijlers ‘meten en registreren’ en ‘evalueren en agenderen’. Uitkomsten worden bij de intake verzameld en deze worden met de patiënt na twaalf tot zestien weken geëvalueerd. De data worden op dit moment gebruikt om de patiënt met zichzelf te vergelijken. Uitkomstdata wordt ook gebruikt om intern te leren en verbeteren. 

Schaalbaarheid

Factoren voor implementatie

Om dit initiatief breder uit te rollen is het belangrijk om multidisciplinair samen te werken en goede werkafspraken te maken tussen de disciplines over de taken en verantwoordelijkheden. Daarnaast vraagt de manier van behandelen van patiënten binnen het Artrose Instituut een integrale visie. 

Belemmerende factoren

Op dit moment is er nog geen duidelijke vergoedingsstructuur voor de anderhalvelijnszorg. Het consult bij de sportarts valt onder de Diagnose Behandel Combinatie (DBC) van de orthopedie, die van de reumatoloog onder de DBC van de reumatologie. Voor de fysiotherapietrainingen is vanuit het basispakket een maximum van twaalf sessies per twaalf maanden bij knie- of heupartrose; extra sessies kunnen vanuit de aanvullende zorgverzekering betaald worden of door patiënten zelf. Vergoeding voor de andere paramedische disciplines komen ofwel vanuit de basis zorgverzekering of vanuit de aanvullende zorgverzekering van de patiënt. Een vergoedingsstructuur zoals een zorgbundel voor knieartrose zou beter passen bij deze anderhalvelijnszorg. Op de keuzekaart voor knie- en heupartrose is op dit moment nog geen multidisciplinaire behandeling ingevoegd. De keuzekaart gaat nu van fysiotherapie naar pijnstilling (bij knieartrose), waarbij de multidisciplinaire inzet wordt vergeten.

Meer informatie

Voor meer informatie zie: https://www.artroseinstituut.nl.

Om u beter van dienst te zijn, maakt de website gebruik van cookies.