Patiënten met heupaandoening in kindertijd hebben niet meer kans op revisie van heupprothese
Op 28 augustus 2024 publiceerde Acta Orthopaedica het artikel Pediatric hip disorders are not associated with an increased 10-year revision risk after total hip arthroplasty under the age of 55: results from the Dutch Arthroplasty Register online.
Het onderzoek is uitgevoerd met LROI-data door Michaël Bus, Maaike Gademan, Marta Fiocco, Rob Nelissen en Pieter Bas de Witte. Zij concludeerden dat patiënten tot 55 jaar die een totale heupprothese kregen vanwege een heupaandoening in de kindertijd geen hogere kans hebben op revisie binnen 10 jaar dan patiënten onder de 55 jaar die een totale heupprothese kregen vanwege primaire artrose. Hoewel het in algemene zin aan te bevelen valt om terughoudend te zijn bij het plaatsen van een prothese op jonge leeftijd, lijkt een totale heupprothese na een heupaandoening op de kinderleeftijd op zichzelf geen hogere kans op een revisie op middellange tot lange termijn te geven.
Bekijk ook de Nederlandse samenvatting met infographic.
Het onderzoek is uitgevoerd met LROI-data door Michaël Bus, Maaike Gademan, Marta Fiocco, Rob Nelissen en Pieter Bas de Witte. Zij concludeerden dat patiënten tot 55 jaar die een totale heupprothese kregen vanwege een heupaandoening in de kindertijd geen hogere kans hebben op revisie binnen 10 jaar dan patiënten onder de 55 jaar die een totale heupprothese kregen vanwege primaire artrose. Hoewel het in algemene zin aan te bevelen valt om terughoudend te zijn bij het plaatsen van een prothese op jonge leeftijd, lijkt een totale heupprothese na een heupaandoening op de kinderleeftijd op zichzelf geen hogere kans op een revisie op middellange tot lange termijn te geven.
Bekijk ook de Nederlandse samenvatting met infographic.