- Wetenschap
- Onderzoeksagenda
- CORE-handleiding
- Lopend onderzoek
- Startend onderzoek
- Afgerond onderzoek
-
Overig onderzoek
- Antibiotica bij prothesechirurgie
- Behandeling kraakbeentumoren
- Behandeling SAPS
- Corticosteroïdinjectie knieartrose
- Heupartroscopie
- Stepped care bij knieartrose
- Steunzolen bij volwassenen studie
- Voorspellen behandeluitkomsten
- Risicofactoren heupfractuur
- Patiëntkenmerken bij unicompartimentele artrose
- Patiëntkenmerken bij behandeling van hallux valgus
- Kosteneffectiviteit behandelingen duimgewricht
- Behandeling MRCT <65 jaar
- Chronische lage rugpijn
- Heupdysplasie
- Bekkenringfractuur
- Patellofemorale pijn
- Septische artritis
- Stepped care met AI
- Maatschappelijke impact orthopedische behandelingen
- Subsidies
- Adhesieverklaring
- Stakeholders
- Tools opzetten onderzoek
- Zorgevaluatie
- Abstracts
- Promoveren
- Tijdschriften
Behandeling MRCT <65 jaar
Wat is de beste behandeling van patiënten met een MRCT (irreparabele massale cuff ruptuur) bij patiënten van 65 jaar en jonger?
De meest voorkomende aandoening van de bovenarm bij mensen boven de 50 jaar betreft een rotator cuff ruptuur (1). In 20% van de gevallen betreft dit een MRCT. De definitie hiervan is een volledige dikte ruptuur van in ieder geval 2 cuffpezen of een ruptuur breder dan 5cm in het coronale vlak. Indien de cuffruptuur te ver teruggetrokken ligt en er dus onvoldoende peeslengte is om deze primair terug te hechten, betreft het een niet herstelbare MRCT.
Voor de meeste cuff letsels zijn duidelijke richtlijnen of adviezen op basis van de literatuur te maken. Bij een niet herstelbare MRCT, en met name in relatief jonge patiënten zijn er verschillende opties. Een reversed schouderprothese, een peestransfer (bijvoorbeeld een lower trapezius of en latissimus dorsi transfer) een SCR (superior kapsel reconstructie) en conservatieve therapie middels fysiotherapie zijn de meest voorkomende behandelingen. Op dit moment zijn er met name believers en non-believers in de verschillende therapie mogelijkheden. Er ontbreekt echter goed wetenschappelijk bewijs om de juiste therapie op dit moment te bepalen. Een (pseudo) RCT waarbij gebruik gemaakt kan worden van verschillende manieren van randomiseren kan ons een antwoord geven op dit klinisch relevant probleem.
Literatuur |